Geen kalveren meer hoeven onthoornen. Dat is waar melkveehouder Luc Haesen naartoe wil. Het gebruiken van hoornloze stieren biedt daarvoor een duurzaam alternatief. Vier jaar geleden sloeg de familie deze weg in. ‘Als je dat dan doet, moet je die weg ook volledig volgen’.
Zonder twijfel is Fugleman één van de meest aantrekkelijke stieren van CRV. Peak Fugleman scoort niet alleen hoog in de gTPI-index, maar in vele andere rankings wereldwijd. Denk hierbij aan Scandinavië, Duitsland, Italië en nog veel meer! Hij is een grensverlegger voor kilogrammen melk (1.333 lbs), vet (0,19%) en eiwit (0,08%), met daarnaast beste uiers (1,94). De nakomelingen zullen vrij groot zijn (0,68), met veel inhoud (0,21) en veel openheid (1,71). De dochters zullen een hoog achteruier (2,50) en een sterke ophangband (0,86) etaleren. Dit maakt de dochters ook geschikt voor robotbedrijven. Met een goede fokwaarde voor persistentie (105) en een vaste uieraanhechting (2,07) is Peak Fugleman een aanbeveling voor uw veestapel.
Een 100.000 liter koe met zes lactaties, dat is het streven van melkveehouder Gert Lekkerkerker. In het Utrechtse Harmelen heeft hij met vader Gerrit een melkveebedrijf met 153 koeien en 75 stuks jongvee. En sinds afgelopen winter ook de eerste Sterkoe 1. ‘We zijn gericht op persistentie in de veestapel, koeien met een lange productieve levensduur.’
Begin dit jaar startten CRV en de Belgian Blue Group (BBG) onderzoek naar mengsperma van Belgisch-witblauwstieren voor de gebruiks-kruising. Een veldproef bevestigt de theorie. Combineren van drie stieren in een rietje verbetert het nonreturnpercentage tot +4,2.
Op de Willem’s-Hoeve in Buren, midden in de Betuwe, passeren jaarlijks veel stieren de revue. Ze worden op basis van ki-contracten ingezet in combinatie met een van de interessante nakomelingen uit de succesvolle fokfamilie Willem’s-Hoeve Rita. Zo ook de stier Midwolder Martin die werd gecombineerd met Willem’s-Hoeve Rita 1626A (v. Jetset), de volle zus van de stier Willem’s-Hoeve Woody.
Tot vijftien jaar geleden bestond de veestapel van Toon Loonen uit Heide (bij Venray) voor een groot deel uit raszuivere mrij-koeien. ‘Hier in de omgeving zijn vanouds altijd veel mrij-koeien geweest. Het viel me echter op dat we niet veel verder dan een gemiddelde productie van 7000 kilo kwamen. Ook zorgde de uiervorm soms voor wat ongemakken bij het melken.’