Ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan organiseerde CRV in juni en september leerzame en gezellige gezinsdagen in Nederland en Vlaanderen voor ledenveehouders, CRV-medewerkers en hun gezinnen.
Bij de familie Mulder blijven koeien met vruchtbaarheidsproblemen nooit lang onopgemerkt. De melkveehouders uit Vlist krijgen iedere vier weken bezoek van hun vaste vruchtbaarheidscoördinator van CRV. ‘Zo voorkomen we dat koeien te ver uitlopen’, vertelt Linda Mulder. Het werkt. De tussenkalftijd is 380 dagen bij een inseminatiegetal van 1,9.
Wie wil er nu geen veestapel die gezond is, lang meegaat en gemakkelijk produceert? CRV helpt veehouders bij het halen van een hoger rendement en veel werkplezier. Better cows > Better life, dat is immers waar CRV voor staat. Een van de zaken die CRV als ondersteuning biedt, is een programma voor fok- en veeteeltstudieclubs in Nederland en afdelingen en studieclubs in Vlaanderen.
In de 150-jarige geschiedenis van CRV konden veehouders hun bedrijf nog lang runnen met krabbels op papier. Maar sinds de ontwikkeling van internet en sensoren is digitalisering van de rundveehouderij niet meer te stoppen. De coöperatieve veeverbetering werd gangmaker op de digitale snelweg.
Om onder uitdagende economische omstandigheden een goed resultaat uit de bedrijfsvoering te halen, hebben veehouders koeien nodig die gemakkelijk en efficiënt produceren. Het fokprogramma van CRV, met veel aandacht voor gezondheids- en efficiëntiekenmerken, levert hiervoor de beste genetica. Stieren die als InSire-stier al populair waren, bevestigen dat deze indexdraai met de prestaties van hun dochters. En de fokwaarden van jonge InSire-stieren tonen dat van de nieuwe generatie nog veel meer mag worden verwacht.
Een zuivere holsteinveestapel is voor Harry Lohuis uit het Overijsselse Geesteren al tien jaar verleden tijd. ‘Van vroeger uit hadden we een 100 procent mrij-veestapel. Maar ook hier zijn we vanaf de negentiger jaren richting 100 procent holstein gefokt. Op een gegeven moment vonden we de koeien echter wel wat te rank en scherp worden. Toen zijn we tien jaar gelden begonnen met inkruisen van fleckvieh.’
Een artikel in een vakblad maakte melkveehouders William en Jos Donkers uit het Brabantse Erp nieuwsgierig naar het jerseyras. ‘We hebben een intensief bedrijf met 270 melkkoeien en 130 stuks jongvee op ruim 70 hectare’, vertelt William. ‘Dit betekent dat we voer moeten aankopen en mest moeten afvoeren. Jerseys hebben een gunstige voerefficiëntie en door de hoge gehaltes leveren jerseys binnen onze mestproductieruimte het hoogste saldo’, legt hij uit. ‘Voor ons is dat bedrijfseconomisch heel interessant. Daarbij hebben we een wat oudere stal en werden de holsteinkoeien te groot voor de boxen. Maar kleinere jerseys zouden hierin nog goed uit de voeten kunnen.’