CRV heeft alles in huis om veehouders te ondersteunen bij het verbeteren van de vruchtbaarheid van hun veestapel. In een serie korte interviews vertellen medewerkers die dagelijks met vruchtbaarheid bezig zijn, wat dit in de praktijk betekent.
Vandaag: Herbert den Hertog, vruchtbaarheidscoördinator voor Vruchtbaarheid op Maat, acht jaar inseminator en zes jaar ook scanner in de regio Woerden.
Onderzoek op het eigen bedrijf bevestigt wat de familie Scholten-Weiden eigenlijk al wist. De merkerfokwaarden van kalveren zijn betrouwbare voorspellers voor de prestaties als melkkoe. ‘Het klopt gewoon’, zegt Frans Scholten. De veehouders zetten merkeronderzoek vooral in om betere paringen te maken bij de pinken en vaarzen.
Het zal zo’n vijftien jaar geleden zijn dat melkveehouder Arie van der Lelij uit het Zuid-Hollandse Nieuwerbrug op zoek ging naar een alternatief voor zijn zuivere holsteinkoeien. ‘We boeren hier midden in het veenweidegebied en voeren daarom geen mais. De koeien lopen bovendien minimaal 200 dagen per jaar in de wei, waarvan zo’n 100 dagen dag en nacht. En een kwart van de grond die we in gebruik hebben is natuurgebied, waarvan het gras ook door de veestapel verwerkt zal moeten worden’, vertelt de veehouder.
Een goede vruchtbaarheid is de motor van de melkproductie. Vruchtbaarheid is voor Nederlandse en Vlaamse veehouders al jaren één van de belangrijkste afvoerredenen. De ene veehouder streeft naar een korte tussenkalftijd, de ander stelt voor hoogproductieve, persistente koeien de eerste inseminatie bewust wat langer uit. Eén ding hebben deze veehouders gemeen: iedereen wil dat een koe vlot drachtig wordt als ze is geïnsemineerd. En niemand wil goede koeien verliezen omdat ze gust blijven.
Met hun Rickykoefamilie waren Willem Booij en Wendie Ottens wel wat bijzonders gewend. Maar met veel melk en een eiwitgehalte dat drie tiende boven het stalgemiddelde ligt, weet Delta Lokke in de stal van Double W Holsteins eenvoudig de aandacht te trekken.
‘De Zwaantjes zijn gewoon heel goede koeien met supergenen.’ Veel ingewikkelder is volgens Wietse Cor Faber uit Wijnjewoude de verklaring voor het fokkerijsucces van de Zwaantjefamilie niet. Na Weinterper Zodiac levert deze boerenkoefamilie met Weinterper Potential opnieuw een complete InSire-stier. ‘De genoomfokwaarden van de Zwaantjes zijn bijna altijd allround goed’, vertelt Faber. ‘En af en toe springt er een stiertje uit.’ Zo ook Potential. De moeder van deze nieuwe InSire-stier is Zwaantje 445, die net voor de tweede keer heeft gekalfd. Zij maakte een vaarzenlijst van bijna 9000 kg melk met 4,91% vet en 3,71% eiwit (107 lw) en werd ingeschreven met 85 punten. ‘Ze is een probleemloze koe’, stelt Faber vast. Over de grootmoeder van Potential is hij zo mogelijk nog enthousiaster. Deze Rangerdochter en volle zus van de moeder van Zodiac gaf tot nu toe 25.343 kg melk met 5,44% vet en 4,05% eiwit. ‘De Rangerzusjes zijn klassekoeien die met tien vingers in de neus lijsten maken van ruim 10.000 kilo melk met zeer hoge gehaltes’, meldt de veehouder.