Hoge gehalten zijn al lang het handelsmerk van de veestapel van de familie Van de Venne uit het Limburgse Haler. Dat was al zo toen de dieren nog zuiver mrij waren en toen red holsteinstieren hun intrede deden koos Wim -die 25 jaar geleden het bedrijf van zijn ouders overnam- consequent voor eiwitverervers zoals Pigeonwood en Marty. Met Sunny Boy, Celsius en Labelle maakte hij de overstap naar zwartbont maar met de inbreng van eerst Kian en nu onder andere Jacuzzi en Mauro duikt steeds vaker weer de rode kleur op.
‘Wat er niet in zit komt er nooit uit’
Koeien die dikke melk produceren hebben het gemakkelijker en leveren meer geld op. Met deze overtuiging in het achterhoofd fokt Wim van de Venne al 25 jaar op vet- en eiwitpercentage. Zijn koeien tekenden afgelopen boekjaar voor een rollend jaargemiddelde van 10.818 kg melk met 4,90% vet en 3,78% eiwit.
Geld en gemakkelijk produceren
‘Hoge gehalten leveren via een hogere melkprijs gewoon geld op. En koeien produceren gemakkelijker veel kilo’s vet en eiwit uit melk met hoge gehalten dan uit veel liters melk. Extreme mekkoeien hebben vaak toch een paar kilo krachtvoer extra nodig’, motiveert Wim zijn strategie.
‘Voeding is minstens zo bepalend voor het vet- en eiwitpercentage in de melk als fokkerij’, stelt de veehouder ‘Dat merk ik deze winter weer nu ik moet melken op een graskuil van mindere kwaliteit. Waar de koeien vorig jaar lange tijd ruim boven de vijf procent vet zaten, komen ze nu zeker een tiende lager uit. Maar wat er niet in zit komt er nooit uit’, benadrukt hij. ‘Je kunt voeren wat je wilt, als koeien de genetische aanleg niet hebben zullen ze nooit melk met hoge gehaltes produceren’,
SAP voorkomt extremen
Overigens staart Wim zich in de fokkerij niet blind op vet- en eiwitpercentage. Zo houdt hij bij de stierkeuze een ondergrens aan van +500 kg melk. ‘Ik heb een krappe huiskavel, hou de koeien jaarrond op stal en wissel land uit met akkerbouwers. Dit betekent dat het ruwvoer jaarrond voor ongeveer de helft uit mais bestaat’, vertelt de veehouder.
‘Ik voer een rijk rantsoen en dan is het belangrijk dat de dieren ook voldoende melkaanleg hebben. Koeien die te weinig liters produceren groeien te veel in conditie, met alle problemen van dien’, legt hij uit. Om extremen te voorkomen vertrouwt de veehouder voor het maken van paringen bovendien al minstens 25 jaar op het Stieradvies Programma (SAP).
‘Je kunt voeren wat je wilt, als koeien de genetische aanleg niet hebben zullen ze nooit dikke melk produceren’
Consequent zijn en blijven
Het huidige stierenaanbod van CRV biedt de dikke melk fokker, die met een robot 60 koeien melkt, ruime keus. Op zijn actuele inseminatielijstje staan namen als Launch PP, Nippon P, Powerlift, Endless RF en Wake Up.
‘Als je wil fokken op hoge gehaltes moet je bij de stierkeuze consequent zijn en blijven’, benadrukt Wim. ‘Als je vet en eiwit een paar generaties laat versloffen ben je de hoge genetische aanleg ook zomaar weer kwijt.’