Voerefficiëntie zit echt in de koe

Koeien aan de voerbakken bij voerefficiëntie testbedrijf Gerard Meerkerk.
Koeien aan de voerbakken bij voerefficiëntie testbedrijf Gerard Meerkerk.

‘Inmiddels meten we hier al drie jaar de voerefficiëntie per koe en nog steeds kunnen we de meest efficiënte nieuwe vaars niet voorspellen. Het zijn niet standaard de kleinste of de grootste, de dikste of de dunste. Voerefficiëntie zit echt in de koe.’ Aan het woord is Gerard Meerkerk, melkveehouder in Emmer-Compascuum. Drie jaar geleden werd Meerkerks bedrijf Meervee praktijkbedrijf voor het meten van voerefficiëntie. Op het bedrijf werden een dertigtal bakken geïnstalleerd waarmee de voeropname van koeien individueel kan worden gemeten.

‘We waren ook voor die tijd altijd al met voerefficiëntie bezig, maar dan op koppelniveau. We rekenden er constant aan en stuurden er ook op in combinatie met ureum, mestconsistentie en pensvulling’, vertelt Gerard Meerkerk. ‘Toen CRV begon met het bepalen van de voerefficiëntie per koe vond ik dat hoogst interessant en heb ik besloten daaraan mee te doen.’

Gerard Meerkerk: ‘De verschillen in voerefficiëntie tussen koeien zijn schrikbarend groot’

Grote uitschieters naar boven en beneden

Bij Meerkerk wordt op dit moment doorlopend bij 60 koeien tussen de 80 en 180 dagen in lactatie de voeropname gemeten en omgerekend naar voerefficiëntie. ‘We vullen bij wisseling de groep als eerste met nieuwe vaarzen en is er ruimte dan vullen we aan met vervolgens eerst tweede- en dan derdekalfskoeien.’

Op voorhand had ik best wel wat verschillen tussen de koeien verwacht, maar de verschillen bleken schrikbarend groot. De laagste koeien kwamen op 1,1 kg melk per kilo drogestof voer en de hoogste op 2,0 kg melk. Wanneer je dat in geld omzet, zie je fascinerende verschillen. Natuurlijk is de middengroep het grootste, maar er zijn met hetzelfde rantsoen en hetzelfde milieu grote uitschieters naar boven en naar beneden.’

Melkveehouder Gerard Meerkerk.
Melkveehouder Gerard Meerkerk.

Bepaalde families bovengemiddeld goed

Wanneer excursies het bedrijf van Meerkerk bezoeken, wordt er nog al eens een quizje gehouden om de voerefficiëntie van koeien te voorspellen. ‘Ook dan is de conclusie altijd dat het niet te zien is. Er zijn genoeg koeien die met een dikke rug een heel hoge voerefficiëntie halen, terwijl veel mensen dat niet verwachten. Voerefficiëntie moet je echt meten.’ Na drie jaar meten zijn er binnen het koppel van Meerkerk zeker patronen te zien in het niveau van voerefficiëntie. Dochters van bijvoorbeeld Ranger scoren gemiddeld goed (1,61 kg melk per kilo drogestof voer en dochters van Bravo steken er gemiddeld echt positief bovenuit (1,74). Binnen de stierkeuze houdt Meerkerk tegenwoordig ook rekening met voerefficiëntie. ‘Een stier moet in ieder geval bovengemiddeld staan voor voerefficiëntie. Wanneer je productiestieren selecteert, hebben ze dat niveau ook al snel. In de stierkeuze letten we overigens vooral op duurzaamheid in de breedste zin van het woord, maar daardoor boek je ook vooruitgang op voerefficiëntie. Dieren die ziek zijn of hoog celgetal hebben zullen geen hoge voerefficiëntie realiseren.’ Stieren die Meerkerk de laatste tijd veel heeft gebruikt zijn: Lixor (CRV efficiëntie +9%), Wizard rf (+13%) en Kickoff (+10%).

Beste ruwvoerverwerkers ook meest efficiënt

Door de focus op voerefficiëntie in de laatste jaren is het niveau van het hele koppel gestegen van gemiddeld 1,4 kilo melk per kilo drogestof naar 1,6 kilo. ‘Een wens is nog dat voerefficiëntie van de individuele koeien ook in het SAP opgenomen kan worden, dan zijn er nog gerichtere paringen te maken’, aldus Meerkerk.

De melkveehouder kent de vooroordelen dat koeien met een hoge voerefficiëntie vooral op krachtvoer gedijen en gemiddeld minder conditie hebben. ‘In het eerste jaar waarin we de voerefficiëntie hebben gemeten, zijn er diverse proeven gedaan met meer en minder krachtvoer. En toen bleken de koeien met een goede voerefficiëntie vooral ruwvoerverwerkers te zijn, want bij minder krachtvoer steeg de efficiëntie nog verder. Voor ons is duidelijk dat efficiëntie de toekomst is. Een hogere efficiëntie kost minder ingrediënten en geeft ook minder ‘afval’ en daar gaat het op dit moment steeds meer om.’