‘Een groot deel van mijn werk bestaat uit het implanteren van embryo’s uit het fokprogramma op de CRV Elite-bedrijven. Bij drukte help ik nog wat met insemineren en ik scan op een 15-tal vaste bedrijven. Op deze bedrijven kom ik iedere twee of vier weken en op enkele grotere bedrijven zelfs wekelijks. Daarnaast ben ik vruchtbaarheidscoördinator voor ongeveer 35 bedrijven. Hier probeer ik de veehouder ook te helpen om de vruchtbaarheid structureel te verbeteren. Als ik vaststel dat er in de voeding of het management zaken beter kunnen, ga ik daarover met de veehouder in gesprek. En als het gewenst is organiseren we overleg met de voeradviseur en dierenarts. Niet om met het vingertje naar elkaar te wijzen, wel om te bespreken hoe we samen de vruchtbaarheid kunnen verbeteren.’
Vijf vragen over vruchtbaarheid aan Danny Driessens
CRV heeft alles in huis om veehouders te ondersteunen bij het verbeteren van de vruchtbaarheid van hun veestapel. In een serie korte interviews vertellen medewerkers die dagelijks met vruchtbaarheid bezig zijn, wat dit in de praktijk betekent. Danny Driessens (60) werkte als bedrijfsverzorger op varkens- en melkveebedrijven toen hij in 2002 de kans kreeg een opleiding tot inseminator te volgen en aan de slag te gaan bij CRV (toen nog CR Delta). Inmiddels doet hij veel meer dan insemineren. Danny implanteert embryo’s, scant en geeft vruchtbaarheids- en stieradvies.
Hoe help jij veehouders met de vruchtbaarheid van hun veestapel?
Wat maakt CRV bij uitstek geschikt om veehouders te ondersteunen als het gaat om vruchtbaarheid?
‘Mijn collega’s en ik zijn goed geschoolde en gedreven vakmensen die vijf dagen in de week met niets anders bezig zijn dan koeien drachtig krijgen. Daarin worden we ook steeds getraind en bijgeschoold met de nieuwste inzichten. Dat maakt CRV-mensen experts op het gebied van vruchtbaarheid. Daarnaast verwerkt CRV vruchtbaarheidsdata tot duidelijke kengetallen en overzichten. Hiermee krijgen veehouders en adviseurs in één oogopslag een goed beeld van de vruchtbaarheid op een bedrijf. Zo wordt zichtbaar wat goed gaat en wat beter kan.’
Wat heb je in jouw werk geleerd over vruchtbaarheid?
‘Als bedrijfsverzorger werkte ik ook op zeugenbedrijven. Daar is de vruchtbaarheid nog belangrijker voor het bedrijfsresultaat dan op melkveebedrijven. In de varkenshouderij werd de vruchtbaarheid destijds al heel gestructureerd aangepakt. Ik heb geleerd dat gestructureerd werken ook voor melkveehouders veel oplevert. Als je de koeien na afkalven consequent blijft volgen tot ze drachtig zijn, voorkom je dat probleemkoeien buiten beeld raken. Zo voorkom je een oplopende tussenkalftijd en beperk je de uitval door vruchtbaarheidsproblemen.’
Wat is je mooiste succesverhaal over vruchtbaarheid?
‘Een veehouder in mijn werkgebied met een vrij groot bedrijf liet zijn koeien insemineren door een concurrent. Ik had deze veehouder al eens gesproken en hoorde dat hij niet helemaal tevreden was over de vruchtbaarheidsresultaten. Hij had het idee dat het beter kon. Het lukte me de veehouder over te halen zijn koeien door ons te laten insemineren en scannen. En we zijn ook gelijk begonnen met een strakke tweewekelijkse begeleiding. We zijn er met het team echt voor gegaan en binnen een half jaar was de verwachte tussenkalftijd gedaald van 430 naar minder dan 400 dagen. Inmiddels zit dit bedrijf zelfs op 380 dagen. Daarbij is het inseminatiegetal gedaald van 2,7 naar minder dan 2. Onze betrokkenheid en vakmanschap maakten het verschil. Het geeft mij veel voldoening om te zien hoe we als team deze veehouder hebben geholpen. En het positieve verhaal heeft ons meerdere nieuwe klanten opgeleverd.’
Welke gouden tip heb jij voor veehouders?
‘Een van mijn tips aan veehouders is: staar je niet blind op individuele probleemkoeien. Bedrijven met goede vruchtbaarheidsresultaten hebben de basis op orde. Het rantsoen klopt, de koeien zijn gezond en ze werken gestructureerd. Overzichten als SnelZicht en MPR Voeding geven duidelijk inzicht in hoe het loopt en waar verbeteringen mogelijk zijn. Zolang het op koppelniveau niet goed gaat kun je beter daar je energie in steken dan in individuele probleemkoeien.’
‘Voor koeien die wel goed cyclisch zijn maar toch steeds terugkomen kan een laatstekansembryo echt een redmiddel zijn. Meer dan de helft van deze koeien wordt hiermee alsnog drachtig, is mijn ervaring. Dit is dus zeker ook een tip die ik veehouders regelmatig meegeef. Een laatstekansembryo werkt!’