Overstap naar volledig Belgisch witblauw

Joyce de Ruijter uit Maashees met enkele gebruikskruisingen BWB x HF
Joyce de Ruijter uit Maashees met enkele gebruikskruisingen BWB x HF

Inmiddels ruim 10 jaar geleden besloten melkveehouders Harry en Joyce de Ruijter uit Maashees de overstap te maken naar 100 procent gebruik van Belgisch witblauwsperma. ‘We ervaarden het jongvee als veel werk en vervolgens kwamen ook fosfaatrechten nog om de hoek. We hebben toen besloten te stoppen met jongvee en afgekalfde vaarzen te kopen, voornamelijk via Duitse veilingen’, vertelt Harry de Ruijter.

Quote veehouder Harry de Ruijter: ‘Bij een goede conditie van de koe is een zwaarder witblauwkalf geen enkel probleem’

Nauwelijks assisteren bij afkalven

Het einde van eigen jongveeopfok betekende ook de overstap naar volledig gebruik van Belgisch witblauwsperma. ‘Onze dierenarts was daar eerst niet voor. Hij voorzag meer problemen bij afkalven waaronder meer keizersnedes’, vertelt Joyce Ruijter. ‘Maar al snel bleek dat de afkalfproblemen zeker niet toenamen.’ Sterker nog, vanwege de gemakkelijke geboortes probeerden de Brabantse melkveehouders later ook stieren die iets zwaardere kalveren gaven en daardoor meer opbrachten. ‘Als de conditie van de koe goed is, kan er probleemloos een flink witblauwkalf worden geboren. Kalfkoeien moeten niet te vet zijn, zoveel mogelijk drogestof blijven opnemen en daarnaast afkalven in een ruim strohok. Hierdoor hoeven we maar bij 1 op de 20 kalfkoeien te assisteren. Vaak zit het kalf dan bijvoorbeeld achterstevoren’, vertelt Harry.

Helft stierkalveren 60 kilo

Eenmaal geboren krijgen de witblauwkalveren van Joyce zoveel mogelijk eerste biest gevolgd door twee keer per dag volle koemelk, bij voorkeur van de eigen moeder. Kalfjes krijgen de melk warm en naar behoefte en blijven twee weken op het bedrijf. ‘Het ene kalf drinkt 3, de andere wel 4 of 5 liter per keer.’

Zeker de helft van de stierkalveren weegt volgens de melkveehouders meer dan 60 kilo bij afleveren en brengt dan op dit moment ongeveer 400 euro op. ‘Ons streven is dat de slachtkoeien en de kalveren de aanschafprijs van de nieuwe aanwas opbrengen. Meestal zitten we wel aardig in de richting. Een zwaarder, maar probleemloos geboren kalf, helpt erbij dat doel te realiseren’, belicht Harry de financiële kant van het verhaal. ‘Daarnaast is de spermaprijs van witblauwstieren die iets zwaardere geboorten geven vaak ook nog goedkoper.’

Stieren met vergelijkbaar profiel

Joyce bepaalt samen met CRV-fokkerijadviseur Ilse Crooijmans welke stieren worden ingezet. ‘Voor de vaarzen kiezen we altijd een stier met wat makkelijkere geboorten en voor de oudere koeien een stier die zwaardere kalveren geeft. Wanneer een stier niet meer beschikbaar is, doet Ilse een voorstel voor een stier met een vergelijkbaar profiel’, vertelt Joyce. ‘We proberen er dan eerst 100 rietjes van en als de geboorten en de kalveren voldoen aan de wensen, zetten we de stieren zoveel mogelijk in. De inseminaties verzorgt CRV vanuit ons eigen vat. Eigenlijk kost de fokkerij ons dus heel weinig tijd en worden we maximaal ontzorgd door CRV.’

Tonus en Pluton

Op dit moment wordt de stier Tonus ingezet op de vaarzen en Pluton op de meerderekalfskoeien. De melkveehouders kiezen bewust niet voor mannelijk gesekst sperma. ‘We hebben een vrij hoge productie van 12.000 kilo melk per koe en daardoor gemiddeld richting de 2,5 inseminaties per dracht. Als dan de bevruchting van gesekst sperma ook nog iets lager is, lopen de kosten toch behoorlijk op’, stelt Harry. 'Daarnaast insemineren we ook lang door, omdat een koe afvoeren in onze situatie een nieuwe vaars aankopen betekent. Daarom denken we dat bij ons gesekst sperma geen hoger rendement zal opleveren.’