Twintig procent minder klauwaandoeningen in tien jaar tijd. Dat zijn de harde cijfers vanuit het programma DigiKlauw, waarin CRV, GD en de Vereniging voor rundveepedicure (VVRP) samenwerken. ‘Deze resultaten van bedrijven die deelnemen aan DigiKlauw, laten dus zien dat er door te focussen op klauwgezondheid, zowel in management als in fokkerij, echt vooruitgang te boeken is. En dat is goed nieuws’, vertelt Pieter van Goor, namens CRV betrokken bij DigiKlauw. ‘Maar helaas doet maar 10 procent van de melkveehouders mee aan DigiKlauw. Mogelijk weten veel veehouders helemaal niet dat je voor klauwgezondheid nog een testpremie krijgt als een vaars van een jonge stier wordt bekapt en gescoord. En dat deelname aan DigiKlauw maar 24,50 euro per jaar kost.’ Op de mooie resultaten die met DigiKlauw gehaald worden, zit toch nog een kleine smet. Voor de aandoening mortellaro wordt gemiddeld genomen geen verbetering geboekt. Al jaren schommelt het percentage rond dezelfde waarde.
‘We scoorden in DigiKlauw altijd in welke mate mortellaro voorkwam op een schaal van één tot drie. Score 1 was een lichte besmetting, score 3 een ernstige. Maar doordat we geen vooruitgang boekten voor mortellaro, zijn we de methode gaan evalueren’, vertelt Van Goor. ‘Internationaal wordt steeds vaker de M-score gebruikt. Daarbij wordt, anders dan wij tot nu toe deden, ook een score gegeven aan gevallen met chronische mortellaro. Door deze methode te gaan gebruiken, worden scores ook uitwisselbaar met andere landen.’ Koeien met chronische mortellaro hebben op het moment van scoren geen acute besmetting, maar hebben die wel eerder doorgemaakt, vaak in een ernstige vorm. ‘Hierdoor is de huid vaak nog verdikt en soms zelfs wratachtig’, vertelt Ype van der Woude, zelfstandig klauwverzorger en voorzitter van de VVRP. ‘Deze koeien zijn vervolgens weer als eerste gevoelig voor mortellaro bij verminderde weerstand of bij het niet goed uitvoeren van preventieve maatregelen. Het steekt zo de kop weer op. En daarmee vormen deze koeien met chronische mortellaro een depot voor besmetting. Ofwel, de koeien met chronische mortellaro verdienen extra aandacht, om de mortellaro niet opnieuw de kop op te laten steken.’