Moeder Roelie 167 (v. River) is inmiddels bezig aan haar tweede lactatie. ‘Een allround goede koe, heel courant en met goede gehalten’, vat Berthold samen. In haar vaarzenlijst produceerde ze in 365 dagen 6.591 kilo melk met 4,38% vet en 3,73% eiwit. In haar tweede lijst heeft ze in 240 dagen 7.833 kilo melk geproduceerd met 4,31% vet en 3,47% eiwit, goed voor een lactatiewaarde van 104. Grootmoeder Roelie 157 (v. Nowin) heeft in haar vierde lactatie in 280 dagen 8.234 kilo melk geproduceerd met 4,79% vet en 3,99% eiwit. Het was voor de melkveehouder best verrassend dat de door hem gefokte mrij-stier Roelof positief uit de merkertesten naar voren kwam. ‘Ik krijg weleens vaker de vraag om stiertjes te testen wanneer CRV het een interessante dracht vindt, maar deze keer was het dan echt raak.’
Mrij-stier Roelof geeft probleemloze koeien
Een jeugdige moeder die 4% boven het stalgemiddelde produceert en een grootmoeder die zonder problemen aan haar vierde lactatie bezig is. De moederlijn van mrij-stier Roelof (v. Renzo) is in de veestapel van Berthold Woolderink ‘niet heel opvallend.’ Maar als de melkveehouder met 70 mrij-koeien wat verder doorpraat is wel duidelijk dat het zonder twijfel ‘probleemloze koeien’ zijn. ‘Ze zijn eigenlijk heel onopvallend, tja dat is natuurlijk ook een kwaliteit.’
Berthold Woolderink: ‘Ik krijg weleens vaker de vraag om stiertjes te testen wanneer CRV het een interessante dracht vindt, maar deze keer was het dan echt raak.’
Verrassende uitkomst
‘Het zijn beste boerenkoeien’
De vader van Berthold kocht ooit een Roelie op de markt in Zwolle en inmiddels bestaat een derde van de veestapel uit nakomelingen van haar. ‘Dat zegt wel wat over hun kwaliteiten, ze functioneren heel goed op ons bedrijf. Het zijn beste boerenkoeien.’ Eigenlijk vindt Berthold dat dat voor alle mrij koeien geldt. ‘Ze geven wel wat minder melk, maar ze hebben hogere gehalten en minder klauwproblemen.’ Bovendien zijn het sobere koeien, voegt hij toe. ‘Bij ons moeten ze het met een gewoon rantsoen doen en weidegang in de zomer. Dat zorgt voor een lage kostprijs.’ Stieren als Harm en ook Renzo hebben het goed gedaan in de mrij veestapel. Vandaar ook het enthousiasme voor Roelof als zoon van Renzo. ‘Ik ga ‘m wel gebruiken als het wat afstamming betreft past bij onze koeien.’
Toch ontkomt de melkveehouder er niet aan af en toe in te kruisen met rode hf’s. ‘Er is een tijdje wat krap aanbod van pinkenstieren geweest, toen heb ik wat ingekruist. Maar daarna ga ik meteen weer terug naar mrij.’ Daarbij let hij bij de stierkeuze vooral op hoogtemaat en uiers. ‘Ik gebruik geen stieren onder de 100 voor hoogtemaat en de uiers vind ik belangrijk voor de levensduur van de koeien.’
