‘Mrij-kruislingen zijn echte ruwvoerkoeien’

Stef, Arie en Truus met hun veestapel
Stef, Arie en Truus met hun veestapel

Het zal zo’n vijftien jaar geleden zijn dat melkveehouder Arie van der Lelij uit het Zuid-Hollandse Nieuwerbrug op zoek ging naar een alternatief voor zijn zuivere holsteinkoeien. ‘We boeren hier midden in het veenweidegebied en voeren daarom geen mais. De koeien lopen bovendien minimaal 200 dagen per jaar in de wei, waarvan zo’n 100 dagen dag en nacht. En een kwart van de grond die we in gebruik hebben is natuurgebied, waarvan het gras ook door de veestapel verwerkt zal moeten worden’, vertelt de veehouder.

In maatschap met zijn vrouw Truus en zoon Stef – die als zzp’er buiten het bedrijf werkt – heeft hij een bedrijf met 65 melk- en kalfkoeien en 35 stuks jongvee op 36 hectare grasland en 12 hectare natuurlijk grasland van een terreinbeherende organisatie.

‘Mrij-kruislingen zijn robuuste koeien met extra bespiering, heel goede benen en klauwen en een rustig karakter’

Goede grazers met een rustig karakter

Van der Lelij ondervond dat zijn holsteinkoeien het zwaar hadden op het sobere voerregime. ‘Koeien met een hoge genetische aanleg voor melkproductie kunnen we hier niet naar hun behoefte voeren’, legt de veehouder uit. Hij experimenteerde met kruisen met jersey en brown swiss, maar kwam uiteindelijk uit bij mrij.

‘De mrij-kruislingen zijn echte ruwvoerkoeien’, ervaart hij. ‘Ze kunnen prima uit de voeten met een minder hoogwaardig rantsoen. Het zijn heel goede grazers. Ook als het regent houden ze de kop gewoon aan de grond. Ik zie het ook aan de pinken die in de zomer in het natuurgebied grazen. Die haal ik met een rug met vlees weer naar huis.’

Van der Lelij typeert de kruislingen als robuuste koeien met wat extra bespiering, heel goede benen en klauwen en een rustig karakter. ‘De uiers zijn wat slordiger dan die van zuivere holsteinkoeien maar zeker prima werkbaar’, vindt de veehouder. Het rollend jaargemiddelde van de veestapel is ruim 8000 kg melk met rond de 4,5% vet en 3,7% eiwit.

Harcon dochters Cathrien 99 en 98
Harcon dochters Cathrien 99 en 98

Bescheiden hoogtemaat maar extra vleesopbrengst

Als bijkomend voordeel van het kruisen met mrij wijst de veehouder op de extra opbrengsten uit omzet en aanwas. ‘Kruislingstierkalveren brengen enkele tientjes meer op dan holsteinstierkalveren. En koeien die we wil afvoeren mest ik eerst af, waardoor ze O0, O+ of R– classificeren. Dat zie ik terug in een mooie opbrengstprijs.’

Bij de keuze voor mrij speelde ook het bescheiden formaat van de koeien een rol. ‘We werken in een stal die in 1980 is gebouwd en willen daarom koeien fokken die niet te groot zijn. Mrij-kruislingen passen in dat plaatje. Ze beschikken bovendien over extra spieren, waardoor ze sterker zijn en zich gemakkelijker handhaven in onze stal met een krappere maatvoering.’

Rotatiekruising van mrij en holstein

Van der Lelij past inmiddels een rotatiekruising toe waarbij mrij en holstein om en om worden ingezet. Maar hij houdt niet blind vast aan het uitgangspunt dat een mrij-kruising weer wordt gepaard met een holsteinstier. Sommige kruislingen hebben meer holsteineigenschappen dan mrij-eigenschappen. Op deze koeien zet Van der Lelij rustig nog een keer een mrij-stier.

‘Uit het mrij-aanbod selecteer ik stieren met een goede gehaltevererving waarvan de kalveren gemakkelijk worden geboren’, vertelt Van der Lelij. ‘Daarnaast let ik op uiers en beenwerk.’ De veehouder is erg te spreken over de dochters van Mustang die hij aan de melk heeft en ook Dos 4 en Meldober hebben het goed gedaan. Mustang wordt nog steeds gebruikt, naast de dochtergeteste stier Saturnus en de jonge stier Gangmaker.

Homozygoot hoornloze holsteinstieren

Ook de (rode) holsteinstieren selecteert Van der Lelij op gehaltes. ‘Kruisen met mrij levert hogere gehaltes op. Maar als ik op de kruislingen een extreme melkstier zou gebruiken, ben ik die hoge gehaltes ook zomaar weer kwijt’, legt hij uit. Daarnaast brengt de veehouder via het holsteinras hoornloosheid in zijn veestapel. Zo heeft hij jongvee lopen van Delta Jawline PP en momenteel staan de stieren Positron PP en Jacko PP op het inseminatielijstje.

De Zuid-Hollandse veehouder adviseert collega’s met een vergelijkbare bedrijfsvoering als de zijne om serieus na te denken over de koe die ze willen fokken. ‘Als gevolg van de wet- en regelgeving zullen veel bedrijven gaan extensiveren en komt de voerderwaarde van gras onder druk te staan. Dat vraagt om een ander type koe. Kruisen met mrij is dan een heel goed alternatief.’