‘Met meer informatie ga je sneller vooruit’

Maarten Makkink gebruikt al zeven jaar merkerfokwaarden
Maarten Makkink gebruikt al zeven jaar merkerfokwaarden

Als het over fokkerij gaat heeft Maarten Makkink best een wensenlijstje. ‘We willen een koe fokken die op alle vlakken in balans is. Een hoge genetische aanleg voor productie moet samengaan met uitstekend functioneel exterieur en prima gezondheidskenmerken. Daarbij werken we aan een veestapel die volledig A2A2 is én genetisch hoornloos’, vertelt de melkveehouder uit Harfsen. Hij heeft in een VOF met zijn vader Henk en moeder Ciska een bedrijf met 90 melkkoeien en 60 stuks jongvee. De koeien tekenen voor een rollend jaargemiddelde van 10.144kg melk met 4,08% vet en 3,58% eiwit.

Tweeling toont toegevoegde waarde

‘Mijn vader was al overtuigd van de toegevoegde waarde van een wetenschappelijke benadering van de fokkerij’, vertelt Maarten, die sinds een aantal jaar verantwoordelijk is voor het fokkerijbeleid. ‘Toen CRV zeven jaar geleden met merkeronderzoek begon zijn we daar dan ook vrijwel direct gebruik van gaan maken. Hoe meer informatie je hebt over de genetische aanleg van je dieren en hoe betrouwbaarder die informatie is, des te scherper kun je fokken en selecteren en des te sneller ga je genetisch vooruit’, is de overtuiging die vader en zoon delen.

Juist omdat Maarten een breed fokdoel heeft, is het volgens hem belangrijk om zo betrouwbaar mogelijk inzicht te krijgen in de genetische aanleg van de dieren. ‘De verwachtingswaarden van een vaarskalf zijn de optelsom van de halve fokwaarden van haar vader en moeder. Maar in werkelijkheid vallen de genen altijd anders dan je verwacht. Merkeronderzoek brengt dat in beeld. Zo hebben we nu een tweeling aan de melk van de stier Rosebud. Deze had als kalf identieke verwachtingswaarden. Maar het ene zusje had een merkerfokwaarde van 1564 kg melk terwijl het andere op 1181 kg werd geschat. Dat verschil komt er nu duidelijk uit. De vaars met de gunstige merkers voor melkproductie geeft drie kg melk meer per dag dan de vaars met de minder gunstige merkers’, stelt de veehouder vast.

‘In de fokkerij vallen de genen altijd anders dan je verwacht. Merkeronderzoek brengt dat in beeld.’
‘In de fokkerij vallen de genen altijd anders dan je verwacht. Merkeronderzoek brengt dat in beeld.’

Vooruitgang op eigen fokdoel

Maarten maakt in zijn fok- en selectiebeleid op verschillende manieren gebruik van de informatie van merkerfokwaarden. Dat begint al bij de selectie van vaarskalveren. ‘Dankzij merkerfokwaarden selecteer ik met vertrouwen de kalveren uit die niet aan mijn verwachtingen voldoen’, vertelt hij. ‘Daarna helpen merkerfokwaarden me bij het maken van paringen. Bij pinken en vaarzen weet ik natuurlijk nog weinig over de eigen prestaties. Maar merkerfokwaarden geven me al goed inzicht in sterke en zwakke punten. Een dier met tegenvallende cijfers voor gehalten, paar ik met een stier die positief scoort op vet- en eiwitpercentage’, geeft hij een voorbeeld. Ook als het gaat om de selectie van dieren die in aanmerking komen voor inseminatie met SiryX sperma kijkt de veehouder naar de merkerfokwaarden. Hetzelfde doet hij bij het aanwijzen van dieren die hij uitsluit voor de fokkerij door ze te insemineren met sperma van een Belgisch witblauwstier.

Om inzicht en overzicht te houden over de genetische aanleg van zijn veestapel maakt Maarten dankbaar gebruik van de HerdOptimizer applicatie. Hierin staan alle merkerfokwaarden van de dieren geregistreerd. ‘Het mooie is dat het programma de dieren rangschikt op het door mij ingestelde fokdoel’, vertelt de veehouder. ‘Zo zie ik snel welke dieren hoog en laag scoren. Bovendien geeft HerdOptimizer inzicht in de genetische vooruitgang op ons fokdoel. Aan de opgaande lijnen in de grafieken zie ik dat we op de goede weg zijn.’

A2A2 en hoornloosheid extra dimensie

Merkeronderzoek zette vader en zoon Makkink ook op het spoor van de fokkerij op A2A2 melk. ‘Toen we van onze hele veestapel merkerfokwaarden lieten bepalen kwamen we er achter dat al meer dan de helft van de dieren het A2A2 gen had. Daarbij was en is er ook voldoende aanbod van A2A2 stieren met prima fokwaarden op andere belangrijke kenmerken’, legt Maarten uit. ‘Daarom hebben we besloten om volop A2A2 stieren in te gaan zetten om zo geleidelijk en zonder veel toe te geven op genetische vooruitgang, een veestapel te fokken die volledig A2A2 is. Mocht er in de toekomst vraag komen naar A2A2-melk dan zijn wij daar in ieder geval klaar voor’, redeneert hij.

Sinds een aantal jaren is daar in het fokdoel het kenmerk hoornloosheid bijgekomen. ‘Met Nippon P heeft CRV nu een topstier in het aanbod die A2A2 én hoornloos is. Daar maak ik graag gebruik van om het gen voor hoornloosheid in te brengen in onze veestapel’, vertelt Maarten die daarnaast onder andere Wirdum, Bonjour, Starmaker, Dubai en Lendor gebruikt. Ook Abundant P vindt hij een interessante stier. ‘Maar die is A1A2 en daarmee neem ik dus een gokje…. ‘, merkt hij op. ‘Gelukkig weet ik direct na de uitslag van het merkeronderzoek al hoe die gok heeft uitgepakt. Zo heeft een vaarskalf van Abundant uit één van onze beste koeien niet alleen hoge merkerfokwaarden, het is ook nog eens hoornloos én A2A2. Ja, als je zo’n uitslag binnen krijgt is fokkerij leuk!’