Melkveehouders Hans en Pieter Peters uit Oirschot zijn fanatiek als het gaat om de vruchtbaarheid van hun veestapel. ‘De vruchtbaarheid van koeien zegt veel over het management’, motiveert Hans deze strategie. ‘Als de vruchtbaarheid hapert, is dat een teken dat er iets niet goed gaat in de voeding of het management’, legt hij uit. ‘Daarbij kost een te lange tussenkalftijd productie. En koeien die uitlopen, gaan aan het einde van de lactatie groeien, wat het risico op gezondheidsproblemen bij de start van een nieuwe lactatie vergroot’, vult zijn broer Pieter hem aan. De gebroeders Peters beheren met hun moeder Carolien een bedrijf met 120 melkkoeien en 65 stuks jongvee. De koeien tekenen voor een rollend jaargemiddelde van ongeveer 9000 kg melk met 4,47% vet en 3,65% eiwit. Over de vruchtbaarheid van hun veestapel zijn de Brabantse melkveehouders niet ontevreden. De tussenkalftijd ligt stabiel tussen de 390 en 400 dagen en de koeien hebben gemiddeld twee inseminaties nodig om drachtig te worden. De afkalfleeftijd van de vaarzen is 23 maanden.
Intensieve begeleiding werkt
Een koe opgeven vanwege vruchtbaarheid doen de Brabantse veehouders niet snel. ‘Sommige koeien insemineren we wel zeven keer. En we zetten ook regelmatig een laatstekansembryo in’, legt Hans uit. Intensieve vruchtbaarheidsbegeleiding is volgens de veehouders een belangrijke verklaring voor deze resultaten. Iedere
twee weken krijgen ze bezoek van hun vaste vruchtbaarheidsspecialist Danny Driessens van CRV. Hij scant op dracht en controleert koeien die niet tijdig tochtig zijn gezien. ‘Daarnaast hebben we iedere vier weken bedrijfsbegeleiding van onze dierenarts, onder andere om de verse koeien te controleren en zo nodig te behandelen’, vult Pieter aan. ‘Zo zitten we altijd kort op de vruchtbaarheid en voorkomen we dat probleemkoeien te lang blijven lopen’, legt hij uit.