Klauwproblemen zijn een bron van ergernis en kosten veehouders klauwen met geld. Het gaat om directe kosten voor de behandeling van kreupele koeien maar vooral ook om indirecte kosten door gemiste opbrengsten. ‘Een koe met gezonde klauwen produceert meer melk, wordt eerder en met minder inseminaties drachtig en is minder gevoelig voor andere gezondheidsproblemen. Gezonde klauwen halen het voer en brengen de melk’, stelt René Bos, specialist veestapelmanagement bij CRV.
Daarbij registreerden veehouders in 2023 bij 19 procent van de afgevoerde koeien een been- of klauwaandoening als afvoerreden. ‘Werken aan een betere klauwgezondheid is dan ook beslist de moeite waard’, vindt Bos. Hij wijst hierbij ook op de duurzaamheidsprogramma’s van zuivelverwerkers waarin klauwgezondheid meer en meer aandacht krijgt.
Fokkerij verbetert klauwgezondheid stap voor stap

De klauwgezondheid van de Nederlandse en Vlaamse veestapel is in de afgelopen jaren duidelijk verbeterd. Zo daalde het aantal geregistreerde klauwaandoeningen per 100 melkkoeien sinds 2007 met ruim dertig procent. Fokkerij heeft aan de verbeterde klauwgezondheid een belangrijke bijdrage geleverd.
DigiKlauw geeft inzicht
Inzicht in de klauwgezondheid is een voorwaarde om gericht maatregelen te kunnen nemen. Om informatie over klauwaandoeningen vast te leggen heeft CRV samen met de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) het programma DigiKlauw ontwikkeld. In dit online programma kunnen klauwverzorgers en veehouders eenvoudig klauwaandoeningen registeren tijdens de verzorging van de klauwen. ‘Zo geeft DigiKlauw inzicht in de aandoeningen die in een koppel voor problemen zorgen, als basis voor het management van de veehouder. Als op een bedrijf veel zoolbloedingen voorkomen, vraagt dat bijvoorbeeld om een andere aanpak dan wanneer infectieuze aandoeningen als mortellaro en stinkpoot voor de meeste problemen zorgen’, legt Bos uit.
‘Consequent registeren geeft ook inzicht in de ontwikkeling van de klauwgezondheid op een bedrijf. Zo kun je zien of de maatregelen effect hebben’, vult hij aan. Naast waardevolle informatie op koppelniveau levert DigiKlauw ook inzicht in de klauwgezondheid van individuele koeien. Zo attendeert het programma op koeien die zijn behandeld en nazorg nodig hebben.
Helft zwartbonte stieren scoort 108 of hoger
Coöperatie CRV gebruikt data uit DigiKlauw voor de schatting van fokwaarden klauwgezondheid. ‘Veehouders die deze fokwaarde consequent meenemen in de stierkeuze, leggen een betere klauwgezondheid genetisch vast in hun veestapel’, stelt Bos. ‘De weerstand tegen klauwaandoeningen is namelijk voor een belangrijk deel erfelijk bepaald.’
De specialist veestapelmanagement onderbouwt zijn stelling met data uit DigiKlauw. In tabel 1 zijn de prestaties van dochters van stieren met verschillende fokwaarden voor klauwgezondheid vergeleken. ‘Hoe hoger de fokwaarde van hun vader, hoe minder klauwaandoeningen bij de dochters’, duidt Bos de cijfers. Zo hebben de dochters van Delta Jigger zo’n 35 procent minder klauwproblemen dan de dochters van een gemiddelde stier voor klauwgezondheid.
Fokken op klauwgezondheid is volgens Bos goed mogelijk zonder in te leveren op andere belangrijke kenmerken. Zo heeft ruim een kwart van de roodbonte en meer dan de helft van de zwartbonte holsteinstieren in de CRV-webshop een fokwaarde klauwgezondheid van 108 of hoger.

Met merkers hogere betrouwbaarheid
Een extra stap vooruit in verbetering van de klauwgezondheid kunnen veehouders zetten door van hun dieren merkerfokwaarden te laten bepalen.‘De merkerfokwaarde klauwgezondheid heeft voor jonge dieren een betrouwbaarheid van circa 70 procent. De betrouwbaarheid van de verwachtingswaarde komt niet hoger dan zo’n 40 procent’, legt Bos uit.
‘Als klauwgezondheid daarbij wordt opgenomen in het fokdoel in het StierAdviesProgramma, krijgt het automatisch meer gewicht bij het maken van paringen en selecties’, voegt de specialist veestapelmanagement nog toe. ‘Zo veranker je stap voor stap en van generatie op generatie een hoge erfelijk aanleg voor een goede klauwgezondheid in je veestapel.’
Dertig procent minder klauwproblemen sinds 2007
De klauwgezondheid op de bedrijven die gebruikmaken van DigiKlauw, is de afgelopen jaren duidelijk verbeterd. Figuur 1 toont het gemiddelde aantal geregistreerde klauwaandoeningen in DigiKlauw per honderd melkkoeien per jaar. Dit daalde van rond de zeventig in 2007 naar minder dan vijftig in 2024, een afname van ruim 30 procent. Bij het interpreteren van de cijfers moet worden bedacht dat een koe vier klauwen heeft en vaak meerdere keren per jaar in de bekapbox komt. Vijftig geregistreerde aandoeningen per honderd koeien betekent dus zeker niet dat de helft van de koeien last heeft van een klauwprobleem. De cijfers zijn een optelsom van de effecten van fokkerij en managementmaatregelen. De duidelijke daling van het aantal aandoeningen maakt duidelijk dat met gerichte aandacht veel bereikt kan worden.

Fokkerij verminderde klauwproblemen met een vijfde
De erfelijke aanleg voor weerstand tegen klauwproblemen is sinds het jaar 2000 sterk gestegen, zo blijkt uit cijfers van de Animal Evaluation Unit (AEU) van Coöperatie CRV. De genetische trends zijn weergegeven in figuur 2. De gemiddelde fokwaarde klauwgezondheid steeg bij zwartbont van 93,6 voor koeien geboren in 2000 naar 101,4 voor dieren geboren in 2022, een verbetering van 7,8 punten. Voor de roodbonte koeien was de stijging 9,1 punten. Iedere punt fokwaarde bij koeien komt overeen met ongeveer 1,6 procent minder klauwaandoeningen. Dit betekent dat via fokkerij en selectie bij zwartbont een (genetische) vermindering van het aantal aandoeningen met bijna 20 procent is gerealiseerd. Bij roodbont is dit zelfs bijna 23 procent.
