“Focus op voerefficiëntie en levensduur binnen fokkerij kan methaanuitstoot verlagen.”

“Focus op voerefficiëntie en levensduur binnen fokkerij kan methaanuitstoot verlagen.”

Vermindering van de uitstoot van het broeikasgas methaan wordt gezien als een belangrijk wapen in de strijd tegen opwarming van de aarde. De methaanproblematiek is inmiddels een hot item. Het terugdringen van de methaanuitstoot staat bij diverse ministeries en de Europese Unie hoog op de agenda. CRV BV doet veel onderzoek op dit gebied. Met als doel: het helpen van veehouders met het sturen op methaanuitstoot. Zo wordt er bijgedragen aan methaanreductie met behoud van productie en andere belangrijke kenmerken. Maar wat houden deze onderzoeken precies in? Wat betekent dit voor de praktijk? En wat kunnen veehouders doen om hun methaanuitstoot te verlagen?

Voerefficiëntie draagt bij aan lagere uitstoot van methaan

Door te investeren in onderzoek wil CRV, samen met partners, inzicht krijgen in de verschillen tussen dieren en rantsoenen. Met de kennis uit de onderzoeken worden vervolgens nieuwe oplossingen ontwikkeld waarmee veehouders kunnen sturen op methaan. Belangrijke pijlers hierin zijn het verlengen van de levensduur en het efficiënt benutten van voer, oftewel voerefficiëntie. CRV investeert veel in het ontwikkelen van genetische oplossingen voor deze twee aspecten. Dagelijks verzamelt CRV voeropname data van lacterende koeien. Dit gebeurt bij 5 praktijk- en 5 onderzoeksbedrijven. Het gaat hierbij om data van in totaal 2.500 koeien. Het doel is om voerkosten voor melkproductie te verlagen door de selectie op koeien met een betere voerefficiëntie. Pieter van Goor, onderzoeker Genetica & Innovatie CRV: “Het onderzoek naar voerefficiëntie bij Holstein koeien heeft geresulteerd in betrouwbare fokwaarden voor voerefficiëntie. Veehouders kunnen daar nu al mee aan de slag. Zo is er een gemiddelde besparing mogelijk van 10% van de voerkosten.” De data die CRV verzamelt, op het gebied van voerefficiëntie en methaan, levert een belangrijke bijdrage aan het algemene onderzoek naar methaanuitstoot. Daarnaast leiden hogere voerefficiëntie en langere levensduur ook tot minder stikstofuitstoot per kg melk. Op dit moment gaat het overal voornamelijk over verlaging van de stikstofuitstoot. Maar de verwachting is dat de methaanuitstoot in de toekomst nog een veel grotere rol gaat spelen.

Onderzoek Agrifirm en CRV

CRV heeft, in samenwerking met coöperatie Agrifirm, ook een eigen methaanproject opgezet. Op een van de praktijkbedrijven waar CRV de voeropname van individuele koeien meet, worden Greenfeeds geïnstalleerd om de methaanproductie van de koeien nauwkeurig vast te stellen. “De 25% beste koeien voor voerefficiëntie, hebben een kwart minder voer nodig voor dezelfde hoeveelheid melk, dan de 25% minste koeien voor voerefficiëntie. Dit betekent minder voer, minder mest, maar ook minder stikstof en methaan.” zegt Van Goor. Dit resulteert in lagere voerkosten voor de veehouder én vermindering van methaanuitstoot. Ook Judith Mensink, manager R&D Rundvee bij Agrifirm is enthousiast: “Wij zien goede mogelijkheden om de voeding van individuele dieren zo uit te balanceren dat een extra reductie van de methaanemissie mogelijk is. Dit eigen project van CRV en Agrifirm leert ons hoe we de genetische verschillen tussen koeien kunnen gebruiken om individuele dieren nog beter naar behoefte te voeren.” In combinatie met kennis uit onderzoek van Wageningen Livestock Research en Friesland Campina, kunnen CRV en Agrifirm deze inzichten gebruiken voor de ontwikkeling van (merker) fokwaarden.

Unieke onderzoeken naar methaanemissie

Naast het verzamelen van data over voerefficiëntie, lopen er momenteel verschillende onderzoeken waarbij CRV intensief betrokken is. “Uniek aan deze onderzoeken is dat de focus op individuele koeien ligt. We zijn op zoek naar genetische verschillen tussen koeien als het gaat om uitstoot. Het blijkt dat verschillen in methaanuitstoot, tussen individuele Holstein koeien, voor 30 procent erfelijk bepaald zijn. Dat is veel. Fokkerij kan dus voor een belangrijk deel bijdragen aan vermindering van de methaanemissie door melkkoeien,” aldus Van Goor. “Daarnaast willen veehouders onderzoek kunnen spiegelen aan de praktijk. Vaak hoor je zeggen dat het een interessant onderzoek is, maar dat het in de praktijk niet werkt. Daarom doen wij met onze partners juist onderzoek bij bedrijven in de praktijk. Zodat we écht zeker weten dat het werkt.”

100 praktijkbedrijven en 15.000 koeien

Het grootste onderzoek waar CRV bij betrokken is, is samen met Wageningen Livestock Research en Friesland Campina. Voor dit onderzoek worden er in totaal bij 100 praktijkbedrijven ‘methaansniffers’ geplaatst in de melkrobot. Deze sniffer meet van iedere koe bij iedere melkbeurt de methaanconcentratie in de uitgeademde lucht. In totaal gaat het hierbij om methaangegevens van bijna 15.000 koeien. Van deze koeien is ook de afstamming en het DNA-profiel bekend. Deze gegevens bij elkaar maken het mogelijk om een fokwaarde voor methaanemissie te ontwikkelen. Met een analyse van deze dataset hopen de onderzoekers niet alleen meer inzicht te krijgen in de erfelijkheid van methaanemissie, maar ook in de correlaties met andere kenmerken. “Om de methaanemissie mee op te kunnen nemen in het fokdoel, is het belangrijk om te weten wat de genetische samenhang is met andere kenmerken. Wat voor gevolgen heeft fokken op methaanuitstoot bijvoorbeeld op de productie, voeropname, gezondheid of vruchtbaarheid van koeien? Van deze correlaties weten we nog weinig,” aldus projectleider Yvette de Haas van Wageningen Livestock Research.

Wat betekent dit onderzoek voor de praktijk? De Haas: “Het betekent dat deze methaanfokwaarde over drie jaar, in 2025, beschikbaar kan komen voor boeren. Als deze fokwaarde beschikbaar komt, kan die opgenomen worden in het nationaal fokdoel wat gesteld is in de NVI. Of veehouders kunnen het opnemen in hun eigen fokdoel. Het is mogelijk om een reductie van de methaanemissie per kg melk van circa 1 procent per jaar te realiseren”.

Onderzoek methaan bij jonge stieren

Samen met fokkerij-organisatie LIC, meet CRV inmiddels in Nieuw-Zeeland ook de methaanuitstoot van alle jonge stieren tijdens de opfokperiode (met als voedsel luzernebrokken). In een pilotproef, die mede is gefinancierd door de Nieuw-Zeelandse overheid, is gebleken dat er aanzienlijke verschillen in methaanemissie zijn tussen stieren. En deze verschillen zijn voor een belangrijk deel genetisch bepaald. Dit zou kunnen betekenen dat het mogelijk is om koeien met een lage methaanemissie te fokken door stieren met een lage methaanemissie te selecteren. Er wordt in vervolgonderzoek bekeken in hoeverre de stieren met een lage methaanemissie dit ook daadwerkelijk doorgeven aan hun dochters. Daarbij wordt ook de samenhang met andere belangrijke kenmerken onderzocht.

De toekomst, maar ook nu!

De druk op de zuivelindustrie om de methaanuitstoot omlaag te krijgen, is groot. Op basis van bestaande fokwaarden kunnen veehouders nu aan de slag om de methaanuitstoot van hun bedrijf te verlagen. Zo laten de onderzoeken zien dat verlenging van de levensduur van koeien met 1 jaar, de methaanuitstoot al met ongeveer 4% kan verlagen. Ook een goede productie, gerealiseerd met een hoge voerefficiëntie, is hierbij van belang. Daarnaast speelt een jonge afkalfleeftijd een rol in het terugdringen van de methaanuitstoot. De fokwaarde CRV-efficiëntie houdt inmiddels rekening met de bovengenoemde fokwaarden en is nu al een belangrijk hulpmiddel in het terugdringen van de methaanuitstoot op boerenbedrijven. Kortom: innoveren is kansen zien. Kansen die CRV benut om de winstgevendheid en continuïteit van veehouders te verbeteren, gezondheid en efficiëntie van koeien te vergroten en onze leefomgeving te verduurzamen.