Wie Ricky zegt, zegt Ranger. De Reflectorzoon vormde jarenlang het uithangbord van de Double W Rickyfamilie van Willem Booij en Wendie Ottens uit Benneveld. Vijf jaar op rij was Ranger de meestgebruikte stier in Nederland. In zijn productiefokwaarde tellen de gegevens van ruim 55.000 Nederlandse en Vlaamse dochters mee. Maar de Rickyfamilie heeft meer in haar mars. Dat bewees ze voor de doorbraak van Ranger al met fokstier MS Riverboy rf. Hij is de vader van de meest gebruikte roodbontstier van het afgelopen jaar, Aalshorst Rody. Ook Rangers halfbroer Double W Rush Hour (v. Final) boekte als stiervader succes met zijn zonen Delta Salinero en Delta Jens. Inmiddels klopt aan mannelijke zijde een nieuwe generatie op de deur met de Create-stieren Double W Hurdler rf en Double W Rustic.
Een Ricky, maar dan anders

Ranger zette de Double W Rickyfamilie van Willem Booij en Wendie Ottens op de kaart. Inmiddels bestaat de helft van hun veestapel uit Ricky’s, met als huidige favoriet stiermoeder Double W Ricky 123. ‘Deze Ricky combineert een hoog eiwit met veel melk’, aldus Booij.
Elke mpr ruim 40 kilo melk
Beide halfbroers scoren in beenwerk sterk, net als hun illustere voorganger Ranger. Maar met elk een vererving van meer dan 2000 kg melk heeft het tweetal wel een duidelijk ander productieprofiel. En daar heeft moeder Double W Ricky 123 ongetwijfeld een grote rol in gespeeld. ‘Ze is drachtig van Tigerwoods en moet bijna droog, maar geeft nog elke dag ruim 40 kg melk’, vertelt Willem Booij. De Endlessdochter startte haar vaarzenlijst in juni 2024. In alle mpr-uitslagen sindsdien produceerde ze tussen de 41 en de 49 kilogram melk, met een celgetal dat steeds schommelde tussen de 14 en 39. Waar Ranger terugvoert op Double W Ricky 8 (v. Snowfever), is Ricky 123 een achterkleindochter van volle zus Double W Ricky 9. Zij is ook de moeder van de stieren Double W Radiator (v. Jetset) en Double W Rotary (v. Galore). ‘Ricky 8 was de eerste koe die op ons bedrijf de 4 procent eiwit aantikte. De nazaten uit Ricky 9 geven duidelijk meer melk. En Ricky 123 combineert veel melk met een hoog eiwitgehalte’, geeft Booij aan. In 305 dagen produceerde Ricky 123 in totaal 13.900 kg melk met 4,26% vet en 3,78% eiwit, goed voor een lactatiewaarde van 130. ‘Dat is op ons bedrijf vrij uitzonderlijk. Met een rollend jaargemiddelde van 12.800 kg melk en 3,60% eiwit is de kans op uitschieters gewoon kleiner’, geeft Booij aan. ‘Maar voor kilo’s melk steekt ze er ruim 1000 liter bovenuit en voor eiwit 0,18 procent, terwijl ze met een afkalfleeftijd van 2.08 ook nog relatief laat gekalfd heeft.’
Fijner van bot en melktypischer
Niet alleen in productie wijkt de met 86 punten ingeschreven Endlessdochter, met 87 punten voor uier en benen, af van het profiel van de koefamilie. ‘Bij deze Ricky is het allemaal net een tikje anders, al heeft ze het rustige gedrag en de fraai beaderde uier wel duidelijk van moederskant’, geeft Booij aan. ‘De meeste Ricky’s zijn robuuste, wat ronde koeien met een spiertje extra. Maar deze Ricky is duidelijk fijner van bot en melktypischer.’ Hij vermoedt dat de Endlessdochter dat van vaderszijde meekreeg. ‘Haar vader Endless komt uit de Esmonique-familie. Dat zijn ook allemaal koeien met van die fijne botten.’ Dat Ricky goed presteert, komt voor Booij niet als een verrassing. Al bij de eerste merkeruitslag op jonge leeftijd sprongen de fokwaarden van de Endlessdochter in het oog. ‘We zijn op tijd begonnen met spoelen en hebben in totaal zeventig embryo’s uit haar gewonnen.’ Ricky 123 kreeg de roodfactor van haar vader mee, maar een roodbonte dochter heeft dat nog niet opgeleverd. ‘We houden wel rekening met de roodfactor, want een roodbonte Ricky zou commercieel best interessant zijn. Zo hebben we al verschillende nakomelingen van Borax uit Ricky 123 gekregen, maar die zijn allemaal zwart. We moeten nog even een generatie geduld hebben.’
Halve veestapel bestaat uit Ricky’s
Ook haar bijna twee jaar oude dochter Double W Ricky 179 P, een hoornloze volle zus van Hurdler, is al veel gespoeld. ‘Ik denk dat we al ongeveer zestig embryo’s van haar hebben gewonnen’, vertelt Booij. ‘We zijn met de nummering intussen bij Ricky 210 aangekomen. Als je bedenkt dat de eerste Ricky in 2010 op ons bedrijf is gekomen, is het wel hard gegaan met deze koefamilie. Onze halve veestapel bestaat intussen uit Ricky’s.’ Dat belet Booij niet om ook Hurdler en Rustic allebei in te zetten op de veestapel, die in totaal 190 melk- en kalfkoeien telt. ‘We willen graag sterke dieren, die functioneel zijn, die vlot de robot bezoeken, een laag celgetal hebben én een goede productie’, zo verwoordt de Drentse melkveehouder zijn fokdoel. ‘Met 2000 kilogram melk in hun verervingspatroon en een goede Inet zetten we Hurdler en Rustic daarom graag in. Een extra pluspunt is dat we het idee hebben dat een hoge melkaanleg ook zorgt voor veel bezoek aan de melkrobot.