De 80 melkkoeien op het biologische bedrijf van de familie De Kruijf uit Leusden tekenen voor een rollend jaargemiddelde van bijna 10.000 kg melk met 4,25% vet en 3,60% eiwit. ‘Dat is hoog voor biologische begrippen’, beaamt Daan de Kruijf. ‘Maar met meer dan 21.000 kg melk per hectare hebben we een redelijk intensieve bedrijfsvoering. We moeten krachtvoer en ruwvoer aankopen en met een hoge productie benutten we dit aangekochte voer volgens ons het meest efficiënt’, geeft hij als verklaring voor deze bedrijfsstrategie.
Daan de Kruijf kruist holstein en fleckvieh voor robuustheid zonder toe te geven op productie
De ideale koe van Daan de Kruijf heeft 75 procent holsteinbloed en 25 procent fleckviehbloed. De biologisch melkveehouder uit Leusden heeft een intensieve bedrijfsvoering. Robuuste koeien met een persistente productie voldoen in dit bedrijfssysteem het best.
Kwart fleckvieh ideaal
Daan is binnen het gemengde familiebedrijf – met naast melkvee ook vleesvarkens, een kookstudio en een vakantiehuisje – verantwoordelijk voor de koeien. Een jaar of veertien geleden nam hij het initiatief om te gaan kruisen met fleckvieh. ‘We hadden op dat moment nog geen biologische bedrijfsvoering, maar we waren wel op zoek naar een meer robuuste koe met een betere balans tussen productie en gezondheid’, verklaart Daan deze beslissing. ‘Mijn vader had al eens een aantal koeien geïnsemineerd met brownswiss-stieren, maar deze kruising bracht ons niet wat ervan hadden verwacht’, herinnert hij zich.
De fleckviehkruislingen voldeden wel. Ze waren veel robuuster en weerbaarder dan de holsteins en produceerden boven verwachting. Daan is ook zeer te spreken over de uiers van de kruislingen en de meerwaarde van de afgevoerde koeien. ‘Zuivere holsteins kwamen nooit verder dan de classificering O en P. Nu scoren slachtkoeien nooit lager dan O en regelmatig R.’
‘Sinds de eerste kruislingen aan de melk zijn kruisen we consequent holstein met fleckvieh’, vertelt Daan. ‘Op de F1-kruising gebruiken we dan weer een holsteinstier, zodat we dieren krijgen met 25 procent fleckviehbloed. Dat zijn eigenlijk mijn ideale koeien’, verklaart hij. ‘De koeien met een kwart fleckviehbloed insemineren we weer met een fleckviehstier als de koe nog te holstein typisch is. Anders gebruiken we nog één generatie holstein en gaan we daarna weer terug naar fleckvieh’, legt de veehouder uit.
Daan de Kruijf: 'De fleckviehkruislingen halen geen hoge piekproducties, maar realiseren dezelfde melkproductie d.m.v. een stabiele melkproductie over een lange periode.’
Persistentie belangrijk
Melkproductie, gehalten en persistentie zijn binnen het fokdoel van de familie De Kruijf belangrijke kenmerken. ‘We voeren onze koeien volledig tmr, zonder een individuele krachtvoeraanvulling’, vertelt Daan. ‘Om te voorkomen dat de dieren aan het einde van de lactatie vervetten moet de dagproductie op peil blijven. Dat lukt als de koeien persistent zijn’, geeft hij aan.
Met de vruchtbaarheid van de fleckviehkruislingen zit het overigens wel goed met een inseminatiegetal van 1,6. De tussenkalftijd is 435 dagen, omdat Daan ervoor kiest om het grootste deel van de koeien niet eerder dan na 90 dagen in lactatie te insemineren. ‘Na afkalven starten de fleckviehkruislingen rustig op, maar ik zie dat vooral als een voordeel, omdat ze daardoor minder gevoelig zijn voor problemen als slepende melkziekte. Ze halen geen hoge piekproducties, maar realiseren een stabiele melkproductie over een lange periode’, vertelt de veehouder over zijn ervaring.
Klaar voor vraag naar A2A2-melk
Naast productiekenmerken neemt Daan bij de stierkeuze karakter en melksnelheid mee. En stieren moeten een bovengemiddelde levensduur en allround goede gezondheidskenmerken en exterieur vererven. De veehouder gebruikt de laatste jaren overigens alleen nog maar stieren die A2A2 vererven voor bètacaseïne. ‘Daarmee bouwen we aan een volledige A2A2-veestapel. Het zou zomaar eens kunnen dat er vraag komt naar biologisch geproduceerde A2A2-melk. Daar willen we klaar voor zijn’, legt hij uit.
Een fleckviehstier die het in de stal van de familie De Kruijf heel goed heeft gedaan, is Raldi. ‘Hij bracht ons persistente, probleemloze koeien, die niet opvallen, maar wel blijven lopen en produceren.’ Ook de stieren Rumbo en Remmel leverden een belangrijke bijdrage aan de vooruitgang in de veestapel.
Van meer recente datum is de inzet van dochtergeteste stieren als Worldcup, Wüstensohn en Mesaias en de InSire-stieren Makay en M3P. Uit het holsteinaanbod gebruiken de biologische melkveehouders onder andere Delta Impulsion en Delta Ridge.
Afgelopen jaar verloor de familie De Kruijf 22 koeien als gevolg van een noodlottige uitbraak van botulisme. Om de veestapel op peil te brengen kochten ze dertien holsteinkoeien uit Duitsland en nog zes dieren van een Nederlandse collega. ‘Deze doen het best goed’, vertelt Daan. ‘Maar we hebben ze inmiddels wel allemaal geïnsemineerd met fleckviehstieren.’