Alles draait om efficiëntie

Jerseys van mts. Hakvoort-Haarman, Rutten.
Jerseys van mts. Hakvoort-Haarman, Rutten.

Als geen ander weten Nieuw-Zeelandse melkveehouders hoe je melk van gras kunt maken. Wat kunnen veehouders in Nederland en Vlaanderen van hun overzeese collega’s leren? ‘Kilo’s vet en eiwit per kilo lichaamsgewicht, dat is hier belangrijk’, stelt Peter van Elzakker.

‘Gras is het goedkoopste product dat er is. Zo gauw je een machine tussen de koe en het gras zet, maak je extra kosten.’ Peter van Elzakker weet wel waarom Nieuw-Zeelandse melkveehouders zo massaal kiezen voor gras. Ruim twee derde van de Nieuw-Zeelandse bedrijven hanteert een grazingsysteem en voert de koeien niet tot nauwelijks bij, meldt de Nederlander, die in Nieuw-Zeeland werkt voor CRV als manager productdevelopment en productmanagement.

Dat menu met vrijwel uitsluitend gras en het seizoensgebonden patroon van afkalven stelt specifieke eisen aan koeien. De koeien moeten grote afstanden lopen, ze moeten kunnen omgaan met veel eiwit in het rantsoen en elk jaar in hetzelfde seizoen kalven. ‘Door natuurlijke selectie is het niveau van het beenwerk en de vruchtbaarheid hier hoog. Als het beenwerk niet goed is, houden koeien het niet lang vol. Ook koeien die moeilijk drachtig worden of niet tegen veel eiwit in het rantsoen kunnen, hebben een probleem’, vat Van Elzakker samen.

Twee uitstekende hoornloze Ardachie Dimple dochters bij Shemariah Jerseys, eigenaar Richard en Jenny Mills, Galatea.
Twee uitstekende hoornloze Ardachie Dimple dochters bij Shemariah Jerseys, eigenaar Richard en Jenny Mills, Galatea.

Lichaamsgewicht op één

Maar één onderdeel springt er voor Nieuw-Zeelandse veehouders uit. ‘Het lichaamsgewicht van koeien staat op nummer één’, zegt Van Elzakker. ‘Koeien die te zwaar zijn, hebben eerder problemen met het beenwerk en presteren ook minder goed tijdens warme periodes. Voor een systeem met grazing is 450 kilo een ideaal gewicht.’ Het is één van de redenen waarom steeds meer Nieuw-Zeelandse melkveehouders overschakelen op de ‘little black cows’, zoals de kruislingen van holstein x jersey genoemd worden. Afgelopen jaar had bijna de helft van de Nieuw-Zeelandse melkkoeien een mix van holstein- en jerseybloed. Gemiddeld wegen ze 451 kg.

Zuivere holsteinkoeien, die 483 kilo zwaar zijn, vertegenwoordigen nog maar een derde (32,7 procent) van de Nieuw-Zeelandse veestapel. ‘Alles draait om efficiëntie: kilo’s vet en eiwit per kilo lichaamsgewicht’, stelt Van Elzakker. ‘De jerseys zijn licht en hebben hoge gehalten, de holsteins brengen juist melk, robuustheid en opnamecapaciteit mee. Door die rassen te combineren krijg je koeien die gemakkelijk te managen zijn.’

Peter van Elzakker

Agressieve eters

Met de grote koppels – een gemiddeld bedrijf in Nieuw-Zeeland telt 440 koeien – staat het fokken van probleemloze koeien hoog in het vaandel. En daarbij gebruikt een Nieuw-Zeelandse veehouder ook gerust stieren met een mix van holstein- en jerseybloed.

‘Het moet vooral niet te moeilijk zijn’, geeft Van Elzakker aan. ‘Zo’n F1 is super, maar wat doe je daarna? Een driewegkruising vinden ze hier te ingewikkeld. Het voordeel van het gebruik van kruisingsstieren is ook dat het koppel homogener is dan als je met zuivere rassen gaat kruisen.’ Kruisen is overigens niet per se nodig, vindt Van Elzakker. ‘Ook het afwisselen van Nederlandse en Nieuw-Zeelandse holsteinstieren kan goed werken’, zo adviseert hij melkveehouders in de Lage Landen. ‘De Nederlandse holsteins zorgen voor melkproductie, de Nieuw-Zeelandse holsteins brengen conditiescore, vruchtbaarheid en minder gewicht mee’, stelt Van Elzakker.

‘De Nieuw-Zeelandse koeien zijn ook sterk geselecteerd op productiedrang’, noemt hij nog. ‘Aan luie koeien heb je niks in een systeem met gras waar de omstandigheden niet altijd ideaal zijn. Dan heb je juist agressieve eters nodig.’

Jersey aanbod