Van zijn vader en oom kreeg Paul Verkleij al op zijn twintigste de ruimte om het fokkerijbeleid te bepalen op het veenweidebedrijf in Hazerswoude. Nu boert hij er met zijn vrouw Marsia, broer Joost en diens vrouw Bernadette met 230 koeien op ruim 60 hectare grasland. Bij drie maal daags melken tekenen de koeien voor een rollend jaargemiddelde van circa 11.000 kg melk met 4,10% vet en 3,55% eiwit. Daarmee produceert het bedrijf 40.000 kg melk per hectare. ‘Omdat we uitsluitend grasland hebben en serieus met de teelt bezig zijn, halen we toch 55 procent van het eiwit van eigen land’, vertelt Paul.
Alle info benutten voor fokken van graskoe
Ze halen op een intensief bedrijf ruim 55 procent eiwit van eigen land. Paul en Joost Verkleij zijn fanatieke grasboeren. Maar ze doen ook alles om koeien te fokken die gras efficiënt omzetten in melk.
Vierweeks maairegime
‘Ons jongvee staat op een opfokbedrijf en al het gras zal dus moeten worden omgezet in melk’, legt Paul uit. Om graskuilen met hoge voederwaarden te maken hanteren de veehouders een strikt maairegime. Ze proberen de eerste snede eind april te maaien en daarna komen ze om de vier weken terug. Afgelopen jaar kregen de koeien daarbij 120 dagen van zes uur weidegang en is ook gestart met het voeren van vers gras op stal. ‘We passen sinds een aantal jaren compact voeren toe waarbij het ruwvoeraandeel vooral uit gras bestaat. De koeien krijgen hun krachtvoer voor het grootste deel in de basis aan het voerhek’, vertelt Paul. ‘Zo komen de koeien die ruwvoer efficiënt omzetten in melk, vanzelf bovendrijven.’
Dochters Aurora Jeroen als model
De dieren uit de fokkerij van de familie Verkleij zijn herkenbaar aan de stalnaam Aurora, onder andere bekend door fokstieren als Ormsby, Freeze en Jeroen. Het verervingspatroon van deze laatste stier zou model kunnen staan voor de ideale graskoe. Zo valt in zijn exterieurcijfers de verhouding op tussen 95 hoogtemaat en 107 voor hand en hij scoort een fokwaarde van 107voor conditie, ‘Als je wilt weten hoe graskoeien eruit zien, moet je kijken naar graslanden als Ierland
en Nieuw-Zeeland’, vindt Paul. ‘Daar zijn de koeien zomaar dertig centimeter kleiner en twintig centimeter breder dan hier. Ze hebben bovendien een spiertje extra. ’De fokker neemt ook gezondheidskenmerken mee in zijn selectiebeleid, omdat goede gezondheidsfokwaarden aantonen dat koeien de productie probleemloos aankunnen. Als het gaat om productie, selecteert de familie Verkleij vooral op gehalten. ‘De liters voeren we er wel bij’, stelt Paul.
Merkerfokwaarden en aAa-codes
Inmiddels spreken ook Pauls studerende kinderen, Ralf, Tess, Sofie en Marije, hun woordje mee over de Aurorafokkerij. Op hun initiatief is bijvoorbeeld het maken van paringen op basis van aAa-codes geïntroduceerd. ‘We willen alle informatie benutten om koeien te fokken die ruwvoer efficiënt omzetten in melk en daarbij ook gezond blijven’, legt Paul uit. ‘We laten ook al sinds 2015 merkeronderzoek uitvoeren.’ Bij het selecteren van stieren kijkt de veehouder onder andere naar de fokwaarde voerefficiëntie. ‘Gevoeligheid voor ketose is ook een kenmerk dat aandacht verdient. Koeien die weinig last hebben van ketose, blijven vaak lang lopen’, is zijn ervaring. ‘Ondanks dat we heel veel informatie hebben, weten we nog lang niet alles over de relatie tussen fokkerij en levensduur op een ruwvoerrantsoen’, filosofeert Paul. ‘Neem de dochters van Aurora Freeze. Die halen hier een heel hoge levensduur, waar je dat op basis van zijn exterieurcijfers niet direct zou verwachten. Maar Freeze heeft wel hoge fokwaarden voor persistentie, laatrijpheid en dochtervruchtbaarheid. Kennelijk hebben deze koeien iets extra’s waardoor ze blijven lopen op ons grasbedrijf’.